Ik ben bezig met de eindredactie van een informatief kinderboek over de blauwe vinvis. Het boek is vertaald uit het Engels en ik mag er nog een redactieslag overheen doen. De blauwe vinvis is het grootste zoogdier van de wereld en weegt evenveel als – daar heb je mijn favoriete meeteenheid weer – dertig olifanten. Dat even terzijde. Waar ik lang over heb nagedacht, is de volgende zin:
‘Hij spuit een wolk van fijne waterdruppeltjes in de lucht.’
Het gaat me om het woordje ‘fijn’. Fijne waterdruppeltjes. Kennen kinderen deze betekenis van ‘fijn’? Welk kind heb ik eigenlijk voor ogen als ik dit boek redigeer? Dat slimme buurmeisje of een kind dat niet zo makkelijk leest? Of misschien dat jongetje met autisme dat woorden letterlijk neemt? Als ik over elk woord zo lang nadenk schiet het niet op, maar toch zijn dit belangrijke keuzes bij eindredactie van kinderboeken. Wat doe je met beeldspraak en uitdrukkingen, wat doe je met woorden die meerdere betekenissen hebben? Ga je moeilijke woorden uit de weg of wil je de woordenschat van kinderen verrijken?
Ik besluit er ‘kleine waterdruppeltjes’ van te maken. En realiseer me vervolgens dat dat ‘kleine’ er eigenlijk wel af kan, maar dat doe ik niet. Die waterdruppeltjes zijn namelijk echt heel klein. Extra fijn zal ik maar zeggen.
P.S. Een eindredacteur van kinderboeken houdt zich niet alleen bezig met woorden en zinnen, maar ook met de inhoud. Lees Hoe een ijsbeer een walvis vangt en Een zwembad als meeteenheid.
Jannie van der Leer zegt
Ja, ik kan me voorstellen dat je bij deze zin bleef stilstaan. Ook ik steek als redacteur op zo’n plek meteen m’n voelhoorns uit. En ik denk dat ik op hetzelfde zou zijn uitgekomen. Ik zou het woordje wél hebben laten staan in een onderschrift bij een afbeelding van de spuitende vinvis: dan zien de lezende kinderen vanzelf dat fijn ook klein kan zijn.
Annet Huizing zegt
Dag Jannie,
Bedankt voor je reactie. Goed idee om in het bijschrift het woord wel te laten staan.
Ik ben trouwens benieuwd wat de stichting Makkelijk Lezen hierover zou zeggen.
Een van hun criteria is: geen woorden met een dubbele betekenis, zoals ‘beurs’.
Annet
Ans zegt
Ik zou zeggen piepkleine waterdruppeltjes. Dat zeggen kinderen vaak bij hele kleine dingen.
Groeten van Ans en Dieuwke
Ronald Lamars zegt
De stichting Makkelijk Lezen heeft makkelijk praten over woorden met geen dubbele betekenis: daar zijn er niet zoveel van. Het woord klein bijvoorbeeld, om dicht bij de materie hier te blijven, kan beteken: klein van stuk, maar ook gering in aantal, maar ook niet volwassen en er is vast nog wel wat te verzinnen. Ik onderschrijf overigens van harte het streven van deze stichting om ook mensen die moeite hebben met lezen toegang te geven tot informatie of gewoon een leuk en voor hun leesbaar boek, maar dat wil nog niet zeggen dat je woorden met een dubbele betekenis moet uitbannen. Dan hou je echt niet zoveel meer over. Als je het echt konsekwent doet.
En gezien de leeftijdsdoelgroep van het betreffende boek, 9-12 jaar, denk ik dat ik gewoon ‘fijn’ had laten staan. Ik denk dat kinderen van die leeftijd het wel begrijpen, en zo niet, ze moeten het toch op 1 of andere manier leren. En hoe leer je taal? Juist, door te horen, luisteren, lezen en spreken.
Mijn kinderen van 7 en 9 begrijpen dat fijn ook klein kan zijn. Die van 9 beweert dat hij het weet, en die van 7 beredeneert het omdat een wolk uit kleine waterdruppeltjes moet bestaan.
Ronald
Mevrouw Kinderboek zegt
Is het boek voor 9+ dan? Mijn oudste wilde al vanaf zijn vijfde informatieve kinderboeken voorgelezen krijgen. Zeedieren waren toen favoriet. Hij is nu 7 en er is niet veel veranderd: nog steeds bijna alleen informatieve boeken, al zijn de onderwerpen (deels) veranderd. Helaas is de formulering soms onnodig moeilijk, vooral in vertalingen. Jammer, vooral als ne kind die boeken zelf wil gaan lezen.
Dus hulde voor de redacteur die over woorden struikelt. Heel, uh, fijn.
Annet Huizing zegt
Dag Jennifer, alias Mevrouw Kinderboek,
Bedankt voor je positieve reactie. Ja, sommige kinderen lezen liever informatieve boeken dan fictie. Gelukkig worden er nog steeds veel informatieve kinderboeken uitgegeven. Ik ben blij dat het jou ook opvalt dat de formuleringen vaak nodeloos ingewikkeld zijn, vooral in vertaalde teksten voor kinderen. Moeilijke woorden die met het onderwerp te maken hebben, vind ik geen probleem, die kun je uitleggen in de tekst zelf, in een woordenlijst, in een kader of met een illustratie. Maar lange zinnen met veel bijzinnen, tangconstructies en lijdende vormen, zijn nergens voor nodig, noch voor kinderen, noch voor volwassenen.