Aanstekelijk schrijven gaat een stuk gemakkelijker als je enthousiast bent over het onderwerp. Maar je kunt ook té enthousiast zijn …Zo enthousiast dat je van geen ophouden weet. Dat je het liefst alles wat je weet in één boek wilt zetten; dat ene boek dat alle andere boeken over het onderwerp overbodig maakt. Vooral inhoudelijk experts hebben daar last van. Carola Jansen schreef er een grappige blog over.
Enthousiasme overbrengen is belangrijk, maar in je enthousiasme kun je uit het oog verliezen waar het in tekst voor kinderen om gaat: nieuwsgierigheid opwekken. Als een kind na het lezen van een boek zegt: ‘Wow, daar wil ik meer over weten’, dan ben je geslaagd. Als een kind verzadigd is met informatie – ‘Pfff, ik heb er mijn buik van vol’ – ben je je doel voorbij geschoten. Er valt niets meer te ontdekken.
De volgende drie vragen helpen je om je enthousiasme in goede banen te leiden als je een informatieve tekst voor kinderen schrijft:
- Welke invalshoek kies ik voor dit onderwerp?
- Hoe baken ik het onderwerp in de breedte af?
- Hoe diep ga ik op het onderwerp in?
Welke invalshoek?
Over het belang van een invalshoek schreef ik al eerder. De invalshoek bepaalt op welk deel van je onderwerp je de schijnwerper zet. Een tekst over haaien kan bijvoorbeeld gaan over de levenscyclus van een haai, over haaien in de voedselketen, over soorten haaien, over de manier waarop ze jagen, of over hun bijzondere zintuigen.
Hoe breed?
Afbakening in de breedte gaat over de vraag: hoe volledig wil je zijn en wat haal je er allemaal bij? Moet je tekst bijvoorbeeld gaan over alle soorten haaien ter wereld? Of kies je voor de meestvoorkomende soorten? Afbakening in de breedte wordt overigens een stuk gemakkelijker bij een scherp geformuleerde invalshoek. Wil je een kinderboek schrijven over tuinieren, dan zorgt de invalshoek ‘eetbare tuin’ al voor een eerste afbakening. Maak je ervan: ‘De eetbare tuin voor beginners’, dan behandel je alleen de makkelijkste planten met de meeste kans op succes. En je hebt meteen een onderwerp voor je vervolgboek: ‘De eetbare tuin voor gevorderen’. Sterker nog, je kunt een hele serie maken, want behalve de eetbare tuin, zijn er ook nog de bloementuin, de balkontuin, de vogeltuin, de watertuin en ga zo maar door.
Hoe diep?
Hoe diep ga je vervolgens in op het onderwerp? En hoe gedetailleerd? Dat is sterk afhankelijk van de kinderen die je voor ogen hebt en hun leeftijd, interesse en voorkennis. In een boek voor 7-jarigen over dolfijnen voert het te ver om uit te leggen hoe echolocatie precies werkt. En als er toch een bijdehandte 7-jarige is die het in detail wil weten? Dan heb je je werk goed gedaan: je hebt nieuwsgierigheid opgewekt.
N.B. Dit blog ging over de inhoud van een tekst: het tweede tekstniveau in het CCC-model van Jan Renkema.