Alliteratie, versvoet, enjambement, rime riche, distichon, terzine, kwatrijn en acrostichon: te moeilijke woorden voor een kinderboek? Nee, niet als je ze goed inleidt en toelicht zoals Hans Kuyper dat doet in zijn boek Kat in ’t bakkie, rijmen is een makkie (8+). Dat boek gaat over poëzie, en over versjes maken in het bijzonder. Zo leidt Hans Kuyper de moeilijke woorden in:
‘Hier komt nog maar eens een rijtje lekker moeilijke woorden: distichon, terzine (spreek uit tertsine), kwatrijn en kwintet.’
En dit is zijn toelichting:
‘Het zijn namen van korte versjes, en eigenlijk vormen ze samen gewoon een inwikkelde manier om van twee tot vijf te tellen.’
Daarna legt hij uit dat een distichon twee regels heeft, een terzine drie enzovoorts.
Hobbel in de tekst
Op deze manier zijn moeilijke woorden geen struikelblokken in een tekst. Het is alsof de schrijver je waarschuwt: let even op, een hobbel in de weg. En als je die hindernis hebt genomen, kun je weer vrolijk doorgaan.
Nog een voorbeeld uit hetzelfde boek:
‘In het naamdicht (als je duur wilt doen gebruik je de Griekse naam: acrostichon) mag je rijmen hoe je wilt. Daar gaat het niet om. Het gaat om de eerste letter van elke regel. Die letters moeten, onder elkaar, een naam vormen.’
Spannende taal
Kuyper had het poëziejargon ook weg kunnen laten uit het boek. ‘Naamdicht’ was in bovenstaand stukje voldoende geweest. Kinderen kunnen daarmee prima uit de voeten en hebben ‘acrostichon’ niet nodig. Maar door dat spannende woord krijgen ze wel het gevoel dat ze serieus worden genomen. Dat ze de grotemensenwereld van de poëzie betreden.