Welk beeld roept de volgende zin bij je op?
‘De slagtanden van een olifant zijn gemaakt van ivoor.’ Lees verder “Over nauwkeurig formuleren”
Welk beeld roept de volgende zin bij je op?
‘De slagtanden van een olifant zijn gemaakt van ivoor.’ Lees verder “Over nauwkeurig formuleren”
Schrijven als Jan Paul Schutten … hoe doe je dat? Recensenten typeren Schuttens schrijfstijl in Het raadsel van alles wat leeft als lichtvoetig, laagdrempelig, gloedvol, humoristisch, relativerend en sprankelend. Maar wat doet deze meervoudig Griffelwinnaar dan precies? Waaruit bestaat zijn lichtvoetige enzovoorts schrijfstijl? Lees verder “Leer schrijven als Jan Paul Schutten”
Ik heb al eerder een pleidooi gehouden voor meer dialoog in informatieve teksten voor kinderen. Een dialoog verlevendigt je tekst enorm. Besteed daarbij ook aandacht aan de dialoogattributrie: de manier waarop je de dialogen weergeeft. Lees verder “Dialoogattributie: niks mis met ‘zei …’”
Ik stuitte op een interessante blog uit 2010 op Frankwatching, getiteld Dood van het woordenboek. Blogger Sander Duivestein schrijft daarin dat hij het nogal verontrustend vindt dat achtstegroepers niet weten hoe een woordenboek werkt. En er zijn nog wel speciale woordenboeken voor kinderen. Lees verder “Woordenboeken voor kinderen (en tekstschrijvers)”
Hoe zou jij het woord ‘aanpassing’ (als in Darwins ‘aangepast aan de omgeving’) in één regel omschrijven in een tekst voor een 8-jarige? Ik kom het woord tegen in een serie boekjes over camouflage waarvan ik de eindredactie doe. Ik worstel ermee. Hoe maak je Darwin toegankelijk voor kinderen? Lees verder “Darwin voor kinderen”
Bioloog Midas Dekkers kan enthousiast vertellen over zijn vak. Toen ik in de bibliotheek zijn non-fictie kinderboek Botjes zag, heb ik het meteen geleend. Zou hij net zo enthousiast schrijven? Ja dus. En hoe doet hij dat? Wat kenmerkt de schrijfstijl van Midas Dekkers? Lees verder “De schrijfstijl van Midas Dekkers”
Een versje is een klein verhaaltje dat rijmt en dat huppelt, schrijft Hans Kuyper in zijn boek Kat in ‘t bakkie, rijmen is een makkie. Een makkie? Misschien wel als je er een eind op los mag fantaseren. Ivo de Wijs doet dat in zijn sprookjesboek op rijm: En ze leefden nog … (briljante titel trouwens). Hij stopt niet alleen koekjes in het mandje van Roodkapje, maar ook nog andere kruidenierswaren. Lees verder “Rijm in informatieve kinderboeken”
Alliteratie, versvoet, enjambement, rime riche, distichon, terzine, kwatrijn en acrostichon: te moeilijke woorden voor een kinderboek? Nee, niet als je ze goed inleidt en toelicht zoals Hans Kuyper dat doet in zijn boek Kat in ’t bakkie, rijmen is een makkie (8+). Dat boek gaat over poëzie, en over versjes maken in het bijzonder. Zo leidt Hans Kuyper de moeilijke woorden in: Lees verder “Moeilijke woorden in kinderboeken: ja!”
Dit gedichtje kwam ik tegen in een kinderboek:
Vogels kunnen liedjes zingen
haasjes kunnen heel goed springen.
Eekhoorns klimmen in de bomen
en egeltjes zitten te dromen.
Huh, egeltjes zitten te dromen? Dit lijkt me een gevalletje dwangrijm. Lees verder “Dromende egels en dwangrijm”
Tijdens de eindredactie van een vertaald kinderboek over krokodillen kom ik de volgende zin tegen:
‘De langste krokodil ooit, was 12 meter lang – ongeveer zo lang als een middelgroot zwembad!’
Een zwembad van 12 meter? Drie slagen en je bent aan de overkant. Zouden ze hier misschien een privézwembad bedoelen? Of de breedte van een zwembad? Wat is middelgroot eigenlijk? Ik besluit het creatief op te lossen. Lees verder “Een zwembad als meeteenheid”