Ik heb al eerder een pleidooi gehouden voor meer dialoog in informatieve teksten voor kinderen. Een dialoog verlevendigt je tekst enorm. Besteed daarbij ook aandacht aan de dialoogattributrie: de manier waarop je de dialogen weergeeft. Ik ben een aanhanger van het motto van Stephen King: gebruik geen bijwoorden in dialoogattributie en houd het bij het simpele ‘zei’. (Uit: Over leven en schrijven.)
Bijwoorden
Een auteur die te veel bijwoorden gebruikt, is bang dat de lezer zijn bedoeling niet zal snappen. Hij vult alvast in hoe de lezer de dialoog moet interpreteren. (Het eerste voorbeeld is van King. De andere twee heb ik verzonnen.)
‘Dat kun je niet menen,’ zei Bill ongelovig.
‘Ik was je helemaal vergeten,’ sprak ze verontschuldigend.
‘Mijn eerste schooldag was fantastisch,’ zei ze enthousiast.
(King vertelt in zijn boek dat hij er met vrienden een sport van maakte om absurde attributies te bedenken, zoals ‘Ik ben de schilder,’ zei hij met een kleur.)
Pratende werkwoorden
Een soortgelijk probleem speelt bij auteurs die in plaats van bijwoorden een arsenaal aan werkwoorden uit de kast halen om duidelijk te maken hoe een personage iets zegt.
‘O, nee!’ baalt Jasper.
‘Leuk,’ glimt Lotte.
‘Ik zie je morgen,’ zwaait Mirjam.
‘Denk je dat echt?’ twijfelt Noor.
‘Help, een beer,’ schrikt Josse.
‘Sst, stil!’ snoert hij haar de mond.
‘Het is genoeg voor vandaag,’ blaast Jantje.
‘Ik denk dat het zo gaat regenen,’ vreest zijn moeder.
‘Moet je ’ns zien!’ wenkt Kees.
‘Idioot, zo doe je dat niet,’ snibt Rafi.
Dit verzin ik niet: deze pratende werkwoorden komen allemaal uit één kinderboek. (Ik heb alleen de namen veranderd.)
Handelingen toevoegen
Maar als je niet varieert, krijg je dan niet heel veel keren ‘zei hij’ of ‘zei zij’ in de dialoog? Of ‘praatvariaties’ als fluisteren, roepen en schreeuwen? Nee. In veel gevallen kun je ‘zei hij’ weglaten, als uit de context duidelijk wordt wie aan het woord is. Je kunt ook met een handeling laten zien wie wat zegt. In die handeling kun je bovendien wat extra betekenis stoppen. Werkwoorden als ‘vreest’, ‘wenkt’ en ‘snibt’ zijn dan niet nodig.
‘Ik denk dat het zo gaat regenen.’ Zijn moeder keek naar de lucht en stak alvast haar paraplu op.
Kees stond te springen en met zijn armen te zwaaien. ‘Moet je ’ns zien!’
‘Idioot, zo doe je dat niet.’ Rafi duwde zijn broer opzij en greep het roer.
Leestips
In veel schrijfhandboeken vind je goede tips voor dialogen. Maar het is ook enorm leerzaam om eens bewust alleen de dialogen in kinderboeken of andere teksten voor kinderen te lezen. En lees vooral Over leven en schrijven van Stephen King.
Het ergste voorbeeld hiervan las ik ooit bij Hermans:
“Het regent pijpenstelen” meende ze.
Dat meen je niet, meneer Hermans!
Hij is goed!