Tijdens de eindredactie van een vertaald kinderboek over krokodillen kom ik de volgende zin tegen:
‘De langste krokodil ooit, was 12 meter lang – ongeveer zo lang als een middelgroot zwembad!’
Een zwembad van 12 meter? Drie slagen en je bent aan de overkant. Zouden ze hier misschien een privézwembad bedoelen? Of de breedte van een zwembad? Wat is middelgroot eigenlijk? Ik besluit het creatief op te lossen. Ik maak van het zwembad een stadsbus.
Blauwe vinvis
Maar dat zwembad blijft me achtervolgen. In het volgende boekje, over de blauwe vinvis, staat: ‘In de bek van de blauwe vinvis past de inhoud van een heel zwembad.’ Nu is de blauwe vinvis wel de grootste walvis en het grootste zoogdier ter wereld, maar een heel zwembad? Terwijl ik m’n baantjes trek in een Utrechts zwembad, kijk ik om me heen en fantaseer ik er een blauwe vinvis bij. Zou hij al dit water in een keer …? Ik kan het me niet voorstellen.
Slokvermogen
Ik ga me maar eens verdiepen in het slokvermogen van de blauwe vinvis. Volgens onderzoeker Robert Shadwick heeft de blauwe vinvis forse vleesplooien aan de onderkant van zijn bek. Deze plooien vullen zich met water en kunnen uitzetten tot ver in zijn buik. Door dit mechanisme kan een walvis van 90 ton zich – volgens Shadwick – vullen met 90 ton water. Een volgroeide blauwe vinvis weegt al gauw 150.000 kilo. Zou zijn slokvermogen dan 150.000 liter zijn? Dat neem ik maar even aan. Nu wil ik nog weten hoeveel water er in mijn zwembad zit. Ik vraag het de badmeester. Het wedstrijdbad is 25 bij 15 meter en gemiddeld 2 meter diep, dus 750 kuub. Dat zijn vijf flinke slokken van de blauwe vinvis. Evengoed een hele prestatie, maar ik vind de vergelijking met een zwembad niet zo sterk. Ik maak er 1000 badkuipen van. Ach, laat het een badkuipje meer of minder zijn – het is gewoon heel veel water. Als dat blijft hangen bij de jonge lezers, ben ik tevreden.
Lees ook: Eindredactie van informatieve kinderboeken en Hoe een ijsbeer een walvis vangt.
Geef een reactie