Wat is er mis met de volgende tekst?
‘Sommige kinderen met adhd zijn gevoeliger voor beloning dan de meeste kinderen. Je kunt ze bijvoorbeeld extra blij maken met een sticker als ze een opdracht goed gemaakt hebben.’
Een redelijk duidelijke tekst voor een juf of meester. Of voor een ouder. Maar … deze tekst over adhd is in werkelijkheid geschreven voor kinderen. Kinderen van 10-12 jaar, met of zonder adhd.
Geen kinderperspectief
Wat is er mis? De schrijver heeft het verkeerde perspectief gekozen in deze tekst voor kinderen. Hij praat over de hoofden van de lezers heen. Hij praat tegen volwassenen. Dat wordt pijnlijk duidelijk door het ‘je’ in de tweede zin (‘Je kunt ze extra blij maken..’).
Wat is het alternatief? Het mooiste is als een kind met adhd zich herkent in de tekst, en als tegelijkertijd een kind zonder adhd zich kan inleven. Ik probeer de zinnen te herschrijven.
‘Als je adhd hebt, kan het zijn dat je heel gevoelig bent voor beloningen. Je bent dan extra blij met een sticker als je een opdracht goed gemaakt hebt.’
Een stap terug
Ik voel dat er nog iets niet klopt. Ah, ik zie het al. Die sticker moet eruit. Het is een tekst voor 10-jarigen, een sticker is te kinderachtig. Ook het verkeerde perspectief. Maar dan nog. De toon blijft betuttelend. Terwijl ik alternatieven aan het formuleren ben, realiseer ik me dat ik een stap terug moet doen. Wat wil de schrijver eigenlijk zeggen? Volgens mij dit:
(Tegen een kind met adhd) ‘Weet je dat jij extra gevoelig bent voor beloning? Je hebt daarom extra complimentjes en cadeautjes nodig om te presteren.’
(Tegen een kind zonder adhd) ‘Jouw vriendje met adhd is extra gevoelig voor beloning. Geef hem eens wat vaker een complimentje of speel hem wat vaker de bal toe met voetbal.’
En dan vraag ik me af: wat kan een kind (met of zonder adhd) hiermee? Volgens mij niets.
En wat kan een eindredacteur ermee? Schrappen. Of vervangen door informatie die wél geschreven is vanuit het perspectief van kinderen – met of zonder adhd.