Als ik het heb over spanning in non-fictie voor kinderen bedoel ik de spanning van willen weten hoe het verder gaat, van gegrepen worden door een onderwerp. Hoe wek je die spanning (of nieuwsgierigheid) op? Hoe maak je van een informatieve tekst een pageturner?
Gebruik cliffhangers
Net als in films en romans kun je ook in non-fictie gebruikmaken van cliffhangers. Een kwestie van op tijd je hoofdstuk of tekstblokje afbreken. Bijvoorbeeld zo:
‘Wat er toen gebeurde, hield niemand voor mogelijk.’
Laat de lezer vooral nog even in het ongewisse na zo’n cliffhanger. Sla een zijpad in met een zinnetje als:
‘Maar eerst nog even dit .’
of
‘Daarover straks meer.’
Zorg er wel voor dat de lezer niet verdwaalt in je tekst. Zet hier en daar een richtingaanwijzer neer.
‘Hoe liep het nu af met …? ’
of
‘Nog één ding voordat we teruggaan naar …’
Stel een vraag (en beantwoord die niet meteen)
Ook een soort cliffhanger: een vraag stellen zonder meteen het antwoord te geven. Dit stukje komt in mijn boek over het recht, in een hoofdstuk over aansprakelijkheid.
‘Twee paarden van meneer Hulsbosch gingen dood nadat ze van een giftige taxusstruik hadden gegeten. De buurvrouw had die struik op een afvalhoop gegooid, vlak bij het weiland van Hulsbosch. Het is verboden om giftig afval achter te laten op plekken waar mensen en dieren komen. Dat staat in de wet. Moest de buurvrouw de schade vergoeden?’
Houd de lezer in spanning of ‘het gaat lukken’
In de plot van een roman draait het om de vraag of het de hoofdpersoon lukt om zijn of haar probleem op te lossen. Ook in non-fictie kun je de ‘gaat het lukken-vraag’ oproepen. Onderstaande intro schreef ik in een geschiedenistekst over de negentiende eeuw.
‘Papa, ik wil dokter worden, net als jij!’ zegt Aletta Jacobs. Ze is pas 6 jaar. Af en toe mag ze met haar vader mee naar de patiënten. Heel interessant. Dokter worden, dat wil ze ook als ze later groot is! Maar er is één probleempje. Aletta is geboren in 1854. De universiteit is alleen voor jongens. Pech voor Aletta. Of toch niet?
Maak er een verhaal van
Je ziet het veel in natuurfilms: de beelden worden zo gemonteerd, dat het een spannend verhaal wordt. Ook dan speelt de ‘gaat het lukken-vraag’ een grote rol. Overleeft het jonge veulen de strenge winter? Zal de uitgehongerde ijsbeer nog op tijd een zeehond vangen? Of vanuit een ander perspectief: lukt het de zeehond te ontsnappen aan de kaken van de ijsbeer? Dit verhaalelement kun je ook gebruiken in (natuur)boeken. Een mooi voorbeeld hiervan is de serie Gevecht in de natuur van NBD/Biblion. In het deeltje Uil tegen muis leren kinderen van alles over uilen en muizen terwijl ze tegelijkertijd een spannend verhaal lezen. Op pagina 24 wordt duidelijk wie de winnaar is van het gevecht.
‘De muis probeert zich te bevrijden. Hij piept om hulp. En hij wiebelt en bijt in de poten van de uil. Maar hij zit vast in de krachtige klauwen. De uil grijpt de muis met zijn haaksnavel en vliegt weg met zijn buit.’
Daarbij natuurlijk een spannende foto van een uil die een muis uiteenrijt.
Los een mysterie op
Een voorbeeld van een non-fictie jeugdboek over een mysterie heb ik niet. In de non-fictie voor volwassenen is Stikvallei van Frank Westerman een goed voorbeeld van een mysterieboek. Dit staat op de achterflap:
‘In augustus 1986 sterft al het leven uit in een vallei in Noordwest-Kameroen. Kippen, bavianen, zeboes en vogels vallen dood neer in het gras – net als 1746 mannen, vrouwen en kinderen. Schade is er niet; hutten en palmen staan er onaangeroerd bij. Dit zijn de feiten. Maar wat is er gebeurd?’
Dit verhaal zou zich trouwens ook goed lenen voor een jeugdboek.
Schrijf zintuiglijk
Twee fragmentjes over de teunisbloem. Het eerste beschrijft zakelijk en feitelijk wat er gebeurt. In het tweede fragment maakt de schrijver er een verhaal van dat hij zintuiglijk opschrijft. Hij roept ook spanning op met ‘maar dan’, ‘ineens’ en ‘als bij toverslag’.
‘De teunisbloem bloeit met grote gele bloemen. Deze zijn pas in de avondschemering te zien; dan vouwen zij zich open. Dit openvouwen kan in 5 minuten gebeuren.’ (De Utrechtse Heuvelrug)
‘Als ik op een zomernacht, als het te warm is om te slapen, in de duisternis tussen de planten op mijn terras wat koelte zoek, ben ik omringd door bloemen die alleen ’s nachts bloeien. Grote gele bloemen die een zacht licht lijken af te stralen als een spaarlamp. Teunisbloemen. Toen de schemering begon waren het nog knoppen. Maar dan klappen ineens de kelkbladen naar buiten, die de bloem als het ware gevangen leken te houden, en ontplooien zich als bij toverslag vier grote bloembladen. En nog een, en daar verderop weer een.’ (De achtertuin van Jan Wolkers)
Kies spannende woorden
In mijn jeugdboek (in wording) over het recht komt een hoofdstuk over de vrijheid van meningsuiting, en hoe dat grondrecht zich verhoudt tot laster, smaad, belediging en majesteitsschennis. Ik zocht een hoofdstuktitel die spanning oproept.
- De grenzen aan de vrijheid van meningsuiting
- Vrijheid van meningsuiting of belediging?
- Mag je ‘fuck de koning’ roepen?
- Mag je de koning uitschelden?
Het wordt waarschijnlijk titel 3. (Ik moet nog bedenken of het fuck of f*** wordt.)
Kortom: pas literaire technieken toe
Waar het feitelijk op neerkomt: verdiep je in literaire technieken als je non-fictie voor kinderen schrijft. Lees Het geheim van de schrijver van Renate Dorrestein, of een van de andere schrijfboeken van mijn favorietenlijstje.
O ja, hoe zit het nou met die paarden? In het Taxusstruikarrest uit 1994 bepaalde de Hoge Raad dat de buurvrouw niet aansprakelijk was voor de dood van de paarden. Want het is niet algemeen bekend dat een taxus giftig is. De buurvrouw ‘wist dat niet en hoefde dat niet te weten’.
Winy zegt
Hoi Annet, interessante blog. Wat leuk dat je aan een jeugdboek over het recht werkt!
(P.S. Ik kwam een klein typfoutje tegen: “Zal de uitgehongerde ijsbaar nog op tijd een zeehond vangen? “)
Annet Huizing zegt
Dank je! Een ijsbaar… nieuwe diersoort ontdekt!
Ellen de Lange-Ros zegt
Wat een mooie tips en voorbeelden. Eigenlijk kun je jouw tips direct toepassen op alle non-fictie, ook voor volwassenen. Met deze tips zouden veel zakelijke artikelen en blogs een stuk leuker en spannender worden.
Annet Huizing zegt
Dank je wel! Ja, inderdaad ook toepasbaar op non-fictie voor volwassenen.