Kinderen zouden meer interviews met volwassenen moeten lezen. Die gedachte kwam bij me op toen ik het Ajax-kinderjaarboek las. Het is geschreven door Edward van de Vendel, bekroond dichter en schrijver voor kinderen. In zijn Ajax-jaarboeken (er zijn er inmiddels twee verschenen) interviewt hij de voetbaltoppers. Open en eerlijke interviews waarin de jonge voetballers veel over zichzelf vertellen, en dan niet alleen de successtory’s. Je leest hoe ze als kind waren, je leest over hun familie, en over hoe ze bij Ajax zijn gekomen. Over verdriet, onzekerheid, eenzaamheid en tegenslag. Zo’n Ajax-jaarboek lijkt wel een therapeutisch kinderboek!
Verdrietig, kwaad en een dipje
Zo vertelt verdediger Nicolai Boilesen hoe hij zich voelde toen hij bijna twee jaar lang geblesseerd was. Het maakte hem ‘verdrietig en kwaad’ en daardoor heeft hij wel eens ‘wat dingetjes een klap gegeven’. Aanvaller Danny Hoesen vertelt over de problemen met zijn ouders en school, toen hij nog kind was. Hij kon zich daardoor slecht concentreren op het voetbal, maar: ‘Mijn zus sleepte me erdoorheen.’ En Joël Veltman vertelt dat hij onzeker werd over wat anderen over hem zeiden toen hij een keer een dipje had en ‘wat foutjes maakte’.
Eyeopener
Ik denk dat interviews met ‘bekende’ volwassenen over hun jeugd, hun onzekerheden en hun verdriet veel kunnen betekenen voor kinderen. Omdat die daardoor hun eigen onzekerheden in een breder perspectief zien. Omdat het ongetwijfeld voor veel kinderen een eyeopener is dat hun helden ook weleens last hebben van faalangst of zich onbegrepen voelen. En omdat ze zich dan realiseren dat al die gevoelens bij het leven horen, zelfs als je een topvoetballer bent bij Ajax.
Geef een reactie