‘Maar eh … het is toch fictie?’ stamelde ik toen ik op 24 juni 2015 de Zilveren Griffel in ontvangst nam. De jury had Hoe ik per ongeluk een boek schreef in de categorie Informatief gezet, non-fictie dus. Een beetje een kunstgreep, begreep ik uit het juryrapport. De jury wilde drie jeugdromans voor 9-plus bekronen, maar per categorie mogen ze maar twee griffels uitdelen. En dus kreeg mijn boek het predikaat ‘informatief’. Vanwege de schrijflessen. Weliswaar schrijflessen van een fictief personage, maar toch.
Er waren trouwens meer mensen die wat verbaasd waren. Iemand zei: ‘Ik vind je boek veel meer fictie dan informatief. Om een informatief boek zou ik niet zo gauw huilen, om maar iets te noemen.’
Is er een duidelijk onderscheid tussen fictie en non-fictie? En waar zit ’m dat dan in? Ik ging op onderzoek en nam drie stellingen onder de loep.
1. ‘Non-fictie is om van te leren’
Helemaal waar, maar geldt dat niet net zo goed voor jeugdromans? Ook van fictie kun je veel leren. Je leert iets over IJsland (De regels van drie, Marjolijn Hof), over insecten (Spinder, Simon van der Geest) en over verliefdheid (heel veel boeken). Je duikt via de emoties van de personages in je eigen emoties. En je leert via de personages iets over de drijfveren van anderen en jezelf. Het ‘leeraspect’ is dus niet exclusief voor non-fictie.
2. ‘Non-fictie is bedoeld om informatie over te dragen’
Dat is een onderschatting van het genre. In zijn boek Stem op de okapi geeft Edward van de Vendel informatie over de okapi, maar hij vertelt ook een mooi verhaal en hij draagt zijn enthousiasme over. Zijn boek gaat over meer dan de okapi. Het gaat over leren kijken naar en je verbazen over de natuur.
Informatieoverdracht is ook niet altijd het primaire doel van non-fictie. Schrijvers Annejet van der Zijl en Frank Westerman willen in de eerste plaats een mooi verhaal vertellen. Het genre waarin zij gespecialiseerd zijn, wordt vaak verhalende non-fictie of literaire non-fictie genoemd.
3. ‘Non-fictie is gebaseerd op feiten, fictie is fantasie’
Ik vind dit het duidelijkste onderscheid tussen beide genres. Natuurlijk kan fictie ook voor een (groot) deel gebaseerd zijn op feiten, op de werkelijkheid, zoals de boeken van Thomas Ross. (Hijzelf noemt zijn genre ‘faction’.) Natuurlijk heeft een non-fictieschrijver net als een romanschrijver flink wat fantasie nodig. En vaak creëren non-fictieschrijvers een nieuwe werkelijkheid door de feiten op een bepaalde manier te presenteren. ‘Niets is verzonnen, maar alles is gekleurd’, zoals Frank Westerman zegt. Maar welke literaire verteltechnieken je ook toepast op non-fictie, hoe verhalend je ook schrijft: voor de lezer moet duidelijk blijven dat het verhaal op feiten berust. Ik denk dat dit ook zeker geldt voor kinderen. Ze willen weten wat ‘echt gebeurd’ is en wat verzonnen is in informatieve boeken.
Duidelijk: non-fictie is gebaseerd op de werkelijkheid, op de feiten. Maar mag je dan helemaal niets verzinnen? Mag je niet een leuk dialoogje bedenken tussen Cleopatra en Caesar? Een fictief personage opvoeren als je iets wilt schrijven over kinderarbeid? Of een varken laten praten in een boek over boerderijdieren? Jawel, dat mag zeker. Sterker nog, ik heb al vaker laten zien dat dit effectieve manieren zijn om een tekst levendig en toegankelijk te maken. Alles mag, zolang voor de lezers maar duidelijk is wat ‘echt’ is en wat verzonnen. Hoe je dat doet? In mijn volgende blog geef ik daar een paar voorbeelden van.
En mijn boek? Overduidelijk fictie. Het verhaal over Katinka die schrijfster wil worden en schrijflessen krijgt van haar buurvrouw Lidwien is verzonnen. Dat je er wat van leert over schrijven, maakt het niet minder fictie. Maar ach, fictie of non-fictie: wel een Zilveren Griffel! 🙂
P.S. Het citaat van Frank Westerman komt uit het boek Meer dan de feiten van Han Ceelen en Jeroen van Bergeijk. Erg interessant en vlot geschreven. (Alleen tweedehands en als e-book verkrijgbaar.)
Marjolijn Hovius zegt
Helaas moet ik ook wel eens huilen om non-fictie, maar dat is niet van ontroering… 😉
Annet Huizing zegt
Haha!
Esther Smid zegt
Prachtig juryrapport voor een prachtig boek!
Cecile Bolwerk zegt
Hoi Annet, ik kwam vandaag op je blog terecht omdat ik op zoek was naar een goede beschrijving van het begrip ‘verhalende non-fictie’. Goed om te zien dat dit nog online staat! En bedankt voor de informatie 🙂
Annet Huizing zegt
Graag gedaan. Grappig dat je op mijn site terechtkwam! (Had in die tijd ook wel veel aandacht besteed aan SEO.)