Humor is belangrijk in teksten voor kinderen. Maar hoe zit het met oorlog en humor? Het boek Wees blij dat je geen soldaat in WO I bent (9+) gaat over de verschrikkingen van de loopgraven. Het is in de je-vorm geschreven.
Een paar citaten:
‘De ratten eten jullie rantsoenen op en verspreiden ziektes. Sommige worden zo groot als een kat, doordat ze van niet-begraven lijken eten.’
‘Als je wachtdienst hebt, moet je urenlang in een natte loopgraaf staan. Je kunt je natte sokken en schoenen niet uittrekken. Je voeten worden gevoelloos en blauw. Je hebt loopgraafvoeten! Gelukkig worden je voeten behandeld voordat ze beginnen te rotten.’
Vooral dat eerste citaat hakt erin als je een beetje verbeeldingskracht hebt.
De makers van het boekje proberen de gruwelijkheden van de oorlog voor de lezer te verzachten met stripachtige illustraties:
Is dit eigenlijk wel humor? Ik vind de combinatie van gruwelijke details over ratten die lijken aanvreten en komische stripfiguren (hoe leuk getekend ook) nogal misplaatst. Alsof de Grote Oorlog een soort Asterix-en-Obelix-avontuur was. Alsof je over nare dingen een sausje van leuk & lollig moet gieten.
Te lang geleden?
Dat gevoel van ‘misplaatste humor’ heb ik niet in een ander boekje uit deze serie, over piraten op zee. Uitgevallen tanden, een zieke die zwart bloed braakt en een scheepstimmerman die een ontstoken been afzaagt: de details liegen er niet om. Maar het verhaal speelt zich af in 1716 en kennelijk vind ik humor in dit geval wel op z’n plek. Omdat het al zo lang geleden is waarschijnlijk. Maar waar ligt dan de grens?
Tweede Wereldoorlog
Een soortgelijk boek met stripachtige illustraties over gaskamers in vernietigingskampen zou door iedereen als ongepast worden ervaren. In de ‘Wees blij’-serie zit ook een boek over de Tweede Wereldoorlog, maar dat heet niet ‘Wees blij dat je niet in Auschwitz zit!’ Nee, het heet Wees blij dat je geen geheim agent in WO II bent! Het boek gaat vooral over de training van geheim agenten en over hoe ze te werk gingen. Omdat er geen gruwelijke details in het boek staan, is humor hier wél op z’n plek.
Functionele humor?
Het antwoord op de vraag ‘waar ligt de grens’ heb ik niet. Misschien is een andere vraag ook relevanter. Een vraag die elke tekstschrijver voor kinderen zich zou moeten stellen: Wat is de functie van humor in deze tekst of in dit boek, en voor deze leeftijdsgroep. Komt de boodschap beter over met humor? Vergroot je de betrokkenheid van de lezer? Wordt de tekst luchtiger en beter verteerbaar (en is dat nodig)? Gebruik je humor omdat dat nu eenmaal het concept is?
Of … moet er humor in omdat ‘leuk’ nou eenmaal beter verkoopt dan serieus?
Marc ter Horst zegt
Volgens mij zou het een stuk minder erg zijn als de ratten in een hoekje van een grotere afbeelding over WOI zouden zitten. Ik vind het vreemdste dat de illustratie uit een heel ander boek lijkt te komen. Zet dan op z’n minst een paar kistjes of granaten op de achtergrond. Dan toon je iets over het onderwerp en is het geintje veel subtieler.
Overigens ook interessant in dit opzicht: een lesmethode die ervan wordt beschuldigd oorlog als spel te presenteren http://bit.ly/1FOmee0
Annet Huizing zegt
Oorlog als spel … tja. Het komt op mij over als een overdreven angst dat kinderen het onderwerp niet leuk of interessant zullen vinden.
Marc ter Horst zegt
Totaal onnodig natuurlijk, die angst. Geweldig onderwerp (als je het goed brengt).