De meeste kinderen zijn taaldenkers. Ze hebben een analytisch-verbale leerstijl. Beelddenkers zijn meer visueel-ruimtelijk ingesteld. En dat heeft gevolgen voor de manier waarop ze een tekst lezen.Hoe kun je het beste schrijven voor beelddenkers? Tineke Verdoes, auteur van Denken in Beelden geeft vijf tips voor tekstschrijvers en educatief schrijvers.

1. Geef een samenvatting vooraf

Beelddenkers hebben moeite met structuur. Ze denken vanuit het geheel. Een samenvatting of introductie vooraf helpt ze om de informatie makkelijker te verwerken.

2. Werk met structuuraanduiders

Maak de structuur in één oogopslag duidelijk met een logische alineaopbouw en informatieve kopjes. Zorg voor een duidelijk onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken. Markeer ook belangrijke woorden in de tekst door ze bijvoorbeeld vet te maken.

3. Gebruik weinig bijzinnen

Maak de zinsbouw niet te ingewikkeld. Schrijf vooral in hoofdzinnen.

4. Schrijf ‘belevend’

Schrijf concreet, zodat kinderen snel een plaatje kunnen maken in hun hoofd.

5. Laat beeld en tekst op elkaar aansluiten

Een plaatje is vaak de eerste leesingang bij beelddenkers. Laat de tekst aansluiten op het beeld. Met een goed beeld onthouden beelddenkers de stof makkelijker. Door het beeld weer op te roepen, kunnen ze de informatie reproduceren. Een zin als ‘zij zit op de trein te wachten’ kan verwarring oproepen bij beeldenkers, zoals ik schreef in Wat is een beelddenker. Het wordt gemakkelijker als er een plaatje bij zit van een meisje dat op het perron op een bankje zit.

En verder …

Beelddenkers hebben ook moeite met figuurlijk taalgebruik als uitdrukkingen en spreekwoorden, maar Tineke Verdoes vindt het te ver gaan om figuurlijke taal te vermijden. ‘Dat zou een verarming van de taal zijn. Beelddenkers moeten de taal wel beheersen, inclusief de rijkdom van de taal. Ze hebben de neiging een boek scannend en vluchtig te lezen door plaatjes te kijken en koppen te snellen. Leerkrachten en ouders kunnen beelddenkers een stapje verder helpen door voor te lezen. Daardoor krijgen kinderen die in beelden denken ook plezier in lezen.’