Spelen met perspectief: de jij-vorm (gastblog)

De jij-vorm hoort in de gereedschapskist van schrijvers van teksten voor kinderen, vindt schrijver en redacteur Janne van der Leer. In het gastblog hieronder vertelt ze waarom de jij-vorm zo aanstekelijk werkt.

Grotere betrokkenheid

Stel je voor, je komt de huiskamer binnen en je moeder zit aan de grote tafel in haar agenda te turen. Ze schudt haar hoofd, zucht en zegt: ‘Ik zie door de bomen het bos niet meer!’ Nieuwsgierig buig je je over de bladzijde: helemaal volgekrabbeld, maar het zijn allemaal letters. En trouwens, in een bos staan toch altijd bomen, anders is het geen bos. Wat bedoelt je moeder?

Voor wie Annets blog over de jij-vorm in teksten voor kinderen las, zal dit voorbeeld bekend klinken. Ik vond de daar aangehaalde uitleg van de hond in de pot (van Maria van Donkelaar) zo aanstekelijk dat ik zin kreeg er zelf ook eentje te proberen. Want ik denk inderdaad dat kinderen zich (meer) betrokken zullen voelen dankzij zo’n miniverhaaltje als inleiding. Ze worden hoofdpersoon in een situatie waarin ze zich kunnen inleven en hoeven niet de afstand te overbruggen tot de 3e persoon enkelvoud.

Zinvolle vertraging

Maar dat is niet de enige reden van een grotere betrokkenheid. Er gebeurt nog iets anders waardoor deze aanpak zo uitnodigend is, en effectief. Want door een uitdrukking op deze manier uit te leggen, laat je als auteur iets zien van het wezen van uitdrukkingen en gezegden: ze zijn vindingrijk met taal, en vaak grappig, bijvoorbeeld omdat ze iets paradoxaals hebben zoals in de uitdrukking met de bomen en het bos. Dat aspect komt met zo’n verhaaltje in de jij-vorm beter uit de verf dan in een puur beschrijvende uitleg. Want je bouwt een vertraging in waardoor kinderen even blijven stilstaan bij de ‘vreemdheid’ van de uitdrukking. Dat vreemde, en het grappige ook, wordt voelbaar in de uitgesproken (en ingeleefde) verbazing: ‘Hè, wat bedoelt ze nou?’ Ik denk daarom dat de jij-aanpreekvorm bij het gereedschap hoort van een schrijver van informatieve teksten voor kinderen: je kunt spelen met perspectief en de scheiding tussen fictie en non-fictie minder scherp maken.

6 reacties

  1. De jij-vorm werkt zeker goed. Wat nog sterker werkt is direct met de deur in huis vallen. Laat in het voorbeeld hierboven de eerste drie woorden weg. Dan sta je meteen in de huiskamer. Met ‘stel je voor’ creëer je onnodige afstand. Als je die weglaat spreek je het kind volwassener aan. Andersom betekent dat dat ‘stel je voor’ als opstapje voor de jongste lezers soms wel weer prettig kan zijn.

  2. Maar is het niet per definitie een alsof-situatie als je in de jij-vorm schrijft? Je zult vrijwel nooit de reële situatie van de lezer beschrijven. Hooguit in zoiets als ‘Je leest nu deze tekst’. Of zie ik iets over het hoofd?
    Overigens zijn er ook wel aardige alternatieven die in de buurt komen van ‘Stel je voor’. Bijvoorbeeld: ‘Daar sta je dan’, maar dat werkt beter op bijv de rand van een ravijn dan in de huiskamer.

    Groet van Marc

    • Nou, het gaat hier om een informatieve tekst met uitleg van een gezegde, waarbij de uitleg begint met een anekdote (huiskamertekstje). De context is de informatieve tekst (non-fictie).
      ‘Stel je voor’ is op zichzelf een goede keuze. Je vraagt de lezer zich even te verplaatsen (uitnodiging), om daarna de plek zelf te benoemen.

      groet,
      Jannie

  3. Mag ik een kleine duit in het zakje doen? Ik lees nu De Kapellekensbaan & Zomer te Ter-Muren van Louis Paul Boon. Dat telt in totaal zo’n 1000 bladzijden. tweederde daarvan is in de ‘Ge-vorm’: ‘Ge zijt met kerstdag bij polpoets geweest, daar in zijn humoristische villa en ge kunt niet nalaten ook eens met nievejaar te gaan, om hem nog vele jaren te wensen – alhoewel het u eigenlijk niet bommen kan of hij nog vele jaren leeft, want ge gaat er alleen naartoe voor uzelf …’ Wat wil ik hiermee zeggen? Dat de ‘ge-vorm’ in handen van een groot schrijver geweldig werkt. Dus: herleest allen Louis Paul Boon. Groeten – Wout

  4. Er is ook niks mis met die keuze. Uiteindelijk is het een kwestie van smaak en vooral doel, doelgroep en toon van de publicatie. Waarschijnlijk heb ik gewoon te veel (educatieve) teksten gezien die beginnen met Stel je voor…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *